Commissie Zorg, Welzijn, Cultuur en Sport

Deze punten worden alleen procedureel behandeld. De leden van de commissie bespreken of, op welke wijze en voor hoe lang zij deze raadsvoorstellen en onderwerpen willen bespreken. Na vaststelling van dit behandeladvies, wordt het stuk voor een volgende vergadering geagendeerd.

Wethouder: Van Ooijen, Beleidsterrein; Sport
Indicatieve behandeltijd: 90 minuten

Geagendeerd door: Has Bakker (D66), Lau Bosse (PvdA), Bert van Steeg (CDA), Martijn van Daalen (VVD), Tessa Sturkenboom (Student en Starter).

1. Uitvoering motie M19 ‘Samen scoren in Overvecht’, de terugkoppeling hierover laat zien dat er procesmatig goede stappen worden doorlopen, maar dat er concreet nog weinig verandering zichtbaar is. Wat gaat er nu echt anders? Specifiek willen de fracties het ook graag hebben over de kansen en positie van basketbal in Overvecht.
2. De fracties hebben voor de zomervakantie informatie ontvangen over de ontwikkelingen rondom Vechtsebanen. Zij gaan graag met de wethouder in debat over de laatste stand van zaken. Waar staan we nu precies en hoe gaan we verder. Ook zal de situatie rondom de gedeeltelijke sluiting van de Vechtsebanen bij het debat betrokken worden, uiteraard aansluitend bij de actualiteit op dat moment.
3. Op maandag 1 november jl. hebben de fracties een brief ontvangen over de voortgang op Sportpark Overvecht-Noord. Uit de brief blijkt dat de voortgang om te komen tot een oplossing op het sportpark niet alleen wordt verhinderd door vleermuizen, maar ook doordat lang de tijd wordt genomen om een onderzoek te doen naar een integrale oplossing. De fracties zijn van mening dat dit te lang duurt en willen met de wethouder in debat tbv een oplossing op korte termijn. Concreet wordt de wethouder gevraagd hoe hij het vervolg van motie M244 voor zich ziet.

Wethouder Van Ooijen, Burgemeester Beleidsterrein: Asiel en Integratie, Openbare Orde en Veiligheid
Indicatieve behandeltijd: 90 minuten
Start: 15.00 uur

Geagendeerd door: PVV, GroenLinks, D66, Student en Starter, PvdA, ChristenUnie, VVD en CDA

De fractie van de PVV wil graag het debat aangaan over het voornemen van de gemeente Utrecht om samen met de Jaarbeurs 500 vluchtelingen op te vangen. Onze fractie is van mening dat in Utrecht geen plek is voor deze groep en wij maken ons zorgen over de veiligheid van het gebied en onze stad. We willen het debat toespitsen op het aantal punten.
Waarom 500 ‘’vluchtelingen’’? Dat is veel meer dan de opgelegde doelstellingen vanuit het Rijk.
De veiligheid; hoe garandeert het college de veiligheid van de Utrechters en hoe kan het college voorkomen dat er geen ongewenste radicalen tussen deze 500 gelukszoekers zitten?
Wie zijn deze mensen precies; uit welk land komen ze, waarom vluchten ze, wat is hun doelgroep?
Waarom is er gekozen voor deze plek? En zou een draagvlakmeting niet handig zijn om de voorkeuren van omwonenden te peilen?
Groenlinks, D66, Student en Starter, PvdA, ChristenUnie vinden het logisch en terecht dat we als Utrecht onze verantwoordelijkheid nemen in de opvang van asielzoekers en statushouders. De fracties zijn met DENK van mening dat voorkomen moet worden dat steeds weer gezocht moet worden naar (tijdelijke) noodvoorzieningen voor de opvang van asielzoekers. Zij dringen er bij het college op aan snel het initiatief te nemen voor het realiseren van een nieuwe regionale opvang voor asielzoekers in Utrecht, waarvoor eerder de uitgangspunten zijn vastgesteld. Verder willen ze bespreken welke extra (tijdelijke) maatregelen mogelijk zijn om de doorstroming van asielzoekers vanuit het AZC naar woningen te verbeteren.
De VVD en het CDA vinden dat Utrecht een evenredige bijdrage moet leveren aan de opvang van asielzoekers en statushouders. De tijdelijke opvang van 500 asielzoekers in het oude casino is in lijn met dit uitgangspunt al zijn er wel vragen over de (rand)voorwaarden voor de opvang, de betrokkenheid en inspraak van omwonenden en afspraken met het COA en andere rijkspartijen.

Wethouder: Van Ooijen, Beleidsterrein: Maatschappelijke Ontwikkeling.
Indicatieve behandeltijd: 60 minuten.
Geagendeerd door: Peter van Corler (GroenLinks), VVD, D66 en PvdA

Het is goed dat het college niet alleen een verantwoordelijkheid en plicht naar de cliënten voelt, maar ook naar de medewerkers. De agenderende fracties hebben zorgen over de wachtlijsten en het personeelstekort bij de hulp bij huishouden en de dreigende toename van deze problemen als gevolg van de huidige transitie. De afwijzing van contractverlenging door vijf latende partijen en de patstelling die is ontstaan tussen latende en gegunde partijen maakt deze problemen nog prangender. De acties die in de brief zijn beschreven om voldoende personeel te werven en huidig personeel over te laten stappen naar de nieuwe organisaties nemen onze zorgen onvoldoende weg. De agenderende fracties willen met de wethouder in gesprek over de mogelijkheden en de acties van het college ten aanzien van deze zorgen. Bij de bespreking betrekken we graag de beantwoording van de schriftelijke vragen 2021/247 van de PvdA en SP.

Wethouder: Van Ooijen, Beleidsterrein: Welzijn
Indicatieve behandeltijd: 75 minuten.

Geagendeerd door: Andrea Naphegyi, (D66), Sophie Schers, (GroenLinks), Dimitri Gilissen, (VVD), Ilse Raaijmakers (PvdA), Tessa Sturkenboom (Student en Starter).

In de raadsbrief van 16 september 2021 over de uitvoering van de motie M199 ‘Maak werk van Utrecht Standaard Toegankelijk (UST)’ wordt gesteld dat er een inventarisatie is gedaan van panden waar aanpassingen noodzakelijk zijn om deze toegankelijk te maken. Binnen deze panden zijn ook ingrepen in kaart gebracht, op basis waarvan kostenramingen zijn gedaan voor 2021-2024. Volgens de raadsbrief: ‘Bij onderhoud, renovatie of bouw is toegankelijkheid een uitgangspunt. Wij maken de komende jaren een betekenisvolle stap in de toegankelijkheid van de gemeentelijke gebouwen. Dat doen wij mede met inbreng van belangenorganisatie Solgu.’ N.a.v. een overleg met het Solgu blijkt dat deze belangenorganisatie tot nu toe niet betrokken is geweest bij het inventarisatieproces.
De kern van UST is wat ons betreft dat ervaringsdeskundigen betrokken zijn in het ontwerp en het bepalen van de noodzakelijke ingrepen. “Niets over ons, zonder ons” is ook de kern van het VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een beperking op basis waarvan het Utrechtse beleid is gemaakt. Het verbaast ons dat in tegenstelling tot hoe er met nieuwbouw en (grote) renovaties wordt omgegaan, er voor de geplande ingrepen 2021-2024 geen of nog geen ervaringsdeskundigen zijn betrokken. Wij hebben dan onze twijfels bij de voorgestelde aanpak en hoe realistisch de bijbehorende kostenramingen zijn.
Tot zover onze oorspronkelijke agendering begin november. Intussen zijn er ontwikkelingen plaatsgevonden. Op 11 november is de Programmabegroting 2022 besproken en aangenomen. N.a.v. de motie van SP, ondersteund door PVV, PvdA en D66 heeft wethouder Eelco Eerenberg toegezegd om ervaringsdeskundigen te betrekken bij de aanpassingen van de panden om deze toegankelijk te maken. Er wordt ook voor financiële dekking gezorgd.
Wij zien deze casus als een voorbeeld die toegepast kan worden op allerlei levensterreinen. Binnen de gemeente moet de norm zijn dat ervaringsdeskundigen betrokken zijn vanaf het begin van een veranderingsproces. In dit geval het verbouwen van panden. Dit kan natuurlijk de komende jaren verbeterd worden door ervaringsdeskundigen al bij het inventariseren van de panden te betrekken. Om hiervan te leren, willen wij graag weten hoe het inventarisatieproces van de panden is gelopen.
Er is behoefte aan organisatievernieuwing. Politici en ambtenaren moeten de norm van het betrekken van ervaringsdeskundigen bij beleidsontwikkeling en veranderingsprocessen eigen maken. Vervolgens moet fysieke, sociale en digitale toegankelijkheid toegepast worden in de praktijk door publieke en private instellingen. Wij willen graag weten hoe de wethouder deze organisatievernieuwing wil aanpakken.
Ter ondersteuning van deze behoefte refereren wij naar het artikel gepubliceerd op 11 november: https://pointer.kro-ncrv.nl/positie-mensen-met-een-beperking-op-veel-terreinen-verslechterd
Twee derde van de mensen met een beperking vindt dat de Nederlandse maatschappij onvoldoende is toegerust op het laten meedraaien van mensen met een beperking. Dat blijkt uit onderzoek van Spot on Stories, Pointer en Vrij Nederland. In het openbaar vervoer, de horeca, de arbeidsmarkt en het onderwijs: overal pakt de overheid haar plicht om de positie van mensen met een beperking te verbeteren niet serieus genoeg op.