Commissie Mobiliteit, Groen en Openbare Ruimte

Deze punten worden alleen procedureel behandeld. De leden van de commissie bespreken of, op welke wijze en voor hoe lang zij deze raadsvoorstellen en onderwerpen willen bespreken. Na vaststelling van dit behandeladvies, wordt het stuk voor een volgende vergadering geagendeerd.

Behandeladvies: De eerstvolgende commissie MGOR na komende donderdag is op donderdag 12 mei met de daaropvolgende raadsvergadering op 19 mei. Gezien de gemeenteraadsverkiezingen en het meireces heeft het college dringend verzicht een paar dagen uitstel te krijgen: reactie op 20 mei in plaats van 15 mei. Dit wordt ingezet richting de recreatieschappen door het college.
Behandeltijd: 30 minuten

Toelichting:
• In overeenstemming met de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt u in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken op de Begrotingswijziging SGL, voordat deze ter vaststelling wordt geagendeerd voor de vergadering van het algemeen bestuur. Graag ontvangen wij uw (voorgenomen) zienswijze vóór 15 mei 2022, zodat het algemeen bestuur uw zienswijzen kan betrekken in de besluitvorming
• In overeenstemming met de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt u in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken op de ‘Uitgangspunten Begroting 2023’ voordat deze ter vaststelling wordt geagendeerd voor de vergadering van het algemeen bestuur. Graag ontvangen wij uw (voorgenomen) zienswijze vóór 15 mei 2022, zodat het algemeen bestuur uw zienswijzen kan betrekken in de besluitvorming.
• In overeenstemming met de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt u in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken op de Ontwerp Kadernota 2023 voordat deze ter vaststelling wordt geagendeerd voor de vergadering van de Plassenraad. Graag ontvangen wij uw (voorgenomen) zienswijze vóór 15 mei 2022, zodat de Plassenraad uw zienswijze kan betrekken in de besluitvorming.

• In overeenstemming met de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt u in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken op de Begrotingswijziging, voordat deze ter vaststelling wordt geagendeerd voor de vergadering van de Plassenraad. Graag ontvangen wij uw (voorgenomen) zienswijze vóór 15 mei 2022, zodat de Plassenraad uw zienswijze kan betrekken in de besluitvorming.

Ter vaststelling.

Ter vaststelling.

Wethouder: Van Hooijdonk, Beleidsterrein: Mobiliteit
Indicatieve behandeltijd: 90 minuten
Dit agendapunt wordt in samenhang met agendapunt 7 behandeld.
De bespreking is het vervolg van de commissie van 27 januari 2022: beantwoording 1e termijn gevolgd door 2e termijn.

Kansrijke ontwikkelrichtingen voor de eerste stappen van de Schaalsprong OV zijn door het college in een tweetal studies met de provincie Utrecht uitgewerkt. Op basis hiervan stelt het college voor een aantal uitgangspunten te formuleren voor de nadere invulling van de Schaalsprong OV waar de gemeente samen met partners aan wil werken. Het college neemt deze uitgangspunten mee als onze inzet in de gesprekken met Rijk, de Provincie Utrecht, de spoorsector en regio over dit onderwerp, met als doel te komen tot gezamenlijke besluitvorming over de Schaalsprong OV, passend bij de groei van de stad en de principes van Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen.

Wethouder: Van Hooijdonk, Verschuure, Beleidsterreinen: Mobiliteit, Ruimtelijke Ontwikkeling
Dit agendapunt wordt in samenhang met agendapunt 6 behandeld.

Geagendeerd door Susanne Schilderman (D66), Tessa Sturkenboom (Student&Starter), Marijn de Pagter (VVD), Ilse Raaijmakers (PvdA), Maarten van Heuven (Partij voor de Dieren), Rik van der Graaf (ChristenUnie, Heleen de Boer (GroenLinks), Stefan Gaillard ( StadsbelangUtrecht), David Bosch (PVV), Bert van Steeg (CDA), Tim Schipper (SP).
Op 15 december werd het regeerakkoord gepresenteerd. Daarin wordt specifiek de regio de kans geboden om te werken aan een alternatieve invulling van de A27 bij Amelisweerd. De partijen D66, S&S, VVD, PvdA, PvdD, CU, GroenLinks, SBU, PVV, CDA en SP vinden dat het college deze handschoen in samenwerking met de regio voortvarend op moet pakken. Over de wijze waarop dit moet zij graag dit debat aan. Zij gaan dit debat graag aan in de breedte van de wijze waarop dit genoemd staat in het regeerakkoord, te weten: “We bezien in overleg met de regio of een door de regio voorgestelde alternatieve invulling van de A27/Amelisweerd binnen de bestaande bak de bereikbaarheidsproblematiek op gelijkwaardige wijze oplost. Ontsluiting via (hoogwaardig) OV en auto van nieuwe woongebieden in de regio (m.n. Rijnenburg) is daar onderdeel van. Als dit het geval is, wordt het voorstel van de regio overgenomen. Zo niet, dan wordt het lopende besluitvormingsproces voortgezet.” Nog aangevuld met aandacht voor het onderwerp van de middelen voor de 14 versnellingsgebieden, waar 'Groot Merwede' er één van is.

Gegeven dat dit de gehele infrastructuur raakt combineren de woordvoerders deze graag met het raadsvoorstel: ‘Eerste stappen schaalsprong OV’
Voorgesteld is om zowel de wethouder Mobiliteit als de wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling uit te nodigen.

Wethouders Van Hooijdonk en Diepeveen, Beleidsveld:  Mobiliteit/Maatschappelijke Ontwikkeling/Openbare Ruimte -
Voortzetting van de behandeling in de commissie Stad en Ruimte op 4 maart 2021, voorstel is aangepast.
Indicatieve behandeltijd: 60 minuten

Geagendeerd door J. Wijmenga (CU), S. Schilderman (D66), G. te Hoonte (VVD), J. Zwinkels (CDA), A. Sasbrink (PvdD), B. Isik (PvdA), T. Schipper (SP), H. van Deún (PVV), T. Weistra (GroenLinks).

Motivering Commissiedebat 4-3-2021:
Initiatiefnemers van dit voorstel stellen voor een gemeentebrede norm voor fysieke toegankelijkheid van de
openbare ruimte te introduceren om Utrecht toegankelijk te houden. Dit voorstel leidt ertoe dat het gemeentelijk beleid voor uitstallingen, de inrichting van de openbare ruimte en overige regelingen aan deze toegankelijkheidsnorm worden
aangepast en dat de gemeente op overtreding hiervan kan handhaven.
Bij de (her)inrichting van de openbare ruimte zou met deze norm moeten worden gewerkt waarbij de initiatiefnemers een voorkeur hebben voor een inrichting waarbij het voor voetgangs gereserveerde deel (dat vrij dient te blijven) wordt gemarkeerd. Fietsenstallingen worden zo geplaatst dat ook rekening wordt gehouden met deze norm. Dit voorstel wijzigt ook de regels voor het verwijderen van hinderlijk gestalde fietsen, bromfietsen of
vergelijkbare vervoermiddelen. Het college krijgt de bevoegdheid gebieden in de stad aan te wijzen waar deze vervoermiddelen niet buiten stallingen mogen worden gestald. Ook wordt het verboden deze vervoermiddelen te stallen op plekken waardoor het gebruik van straatmeubilair, de opbouw van een markt of het in- en uitstappen bij tram, bus, taxi of gehandicaptenparkeerplaats wordt gehinderd. Tot slot draagt dit voorstel het college op een twee jaar durende proef te starten met het aanwijzen een nader te bepalen deel van het Stationsgebied waar geen fietsen, bromfietsen of vergelijkbare vervoermiddelen mogen worden geparkeerd.

Vervolgcommissiedebat 24-2-2022
Naar aanleiding van de commissiebehandeling van het initiatiefvoorstel in de raadscommissie Stad en Ruimte van 4 maart 2021 is het voorstel aangepast (wijzigingen zijn geel gearceerd in de bijlage). Dat hier enige tijd over heen is gegaan heeft met name te maken met het feit dat we zochten naar een goede financiële onderbouwing van de pilot op het Jaarbeursplein. De overige wijzigingen betreffen:

• Het beslispunt over 1,5 meter vrije doorgang als norm is geschrapt: met deze aanpassing vooral inzetten op het hanteren van en handhaving van de norm. Afwijken kan gemotiveerd.
• De financiële gevolgen voor de twee jaar durende pilot rond het Station en het Jaarbeurs zijn verhelderd in het raadsvoorstel opgenomen.
• Onderscheid tussen hinderlijk en gevaarlijk gestalde fietsen nu niet in de APV te verankeren, maar de evaluatie van de pilot af te wachten (deze bijlage is komen te vervallen).
• Bepaling opgenomen in de APV om te kunnen handhaven op overhangend groen of overhangende voorwerpen (deze bijlage is geheel aangepast).

Wethouder: Van Hooijdonk, Beleidsterrein: Mobiliteit
Indicatieve behandeltijd: 60 minuten
In het voorstel voor een permanent regime voor het voetgangersgebied in de binnenstad ligt het primaat bij de voetgangers. De fietsers zijn te gast. Op de drukke momenten moeten fietsers voor een alternatieve route kiezen zodat ontspannen wandelen en verblijven mogelijk blijven. Voor een aantal straten die grenzen aan het voetgangersgebied is er genoeg fysieke ruimte om lopen en fietsen te combineren. Voor deze gebieden stelt het college voor een gesloten verklaring voor gemotoriseerd verkeer instellen zodat ook hier sprake is van een prettig verblijfsklimaat

Wethouder: Diepeveen, Beleidsterrein: Openbare Ruimte
Indicatieve behandeltijd: 60 minuten

Geagendeerd door: Jantine Zwinkels (CDA), Lau Bosse (PvdA),Tessa Sturkenboom (Student & Starter),Heleen de Boer (GroenLinks), PvdD
De fracties vinden het passen bij hun kaderstellende rol om dit belangrijke investeringsprogramma te bespreken in de gemeenteraad. De agenderende fracties zijn benieuwd waarom ze dit stuk nu al ontvangen en niet bij de Voorjaarsnota zoals toegezegd (en tevens zo ingericht voor de komende jaren). De eerder vastgestelde nota Beheer openbare ruimte gaat uit van een nieuwe methodiek en filosofie van ontwikkelend beheer en wij bespreken graag de uitwerking ervan. Dit raakt namelijk politieke onderwerpen zoals de gewenste kwaliteitsniveaus en achterstallig onderhoud. Er wordt gesproken over integrale, werk-met-werk en objectgerichte projecten. Tot slot wordt aangegeven dat het MJIP een “instrument in ontwikkeling” is en dat vertraging en beperkte organisatorische/personele capaciteit van invloed zijn op de haalbaarheid. We vinden het waardevol om middels een commissiebespreking richting mee te geven.

Zoals bij het vaststellen van de agenda op donderdag 16 december jl. besloten, wil de Partij voor de Dieren ook de Raadsbrief Vernieuwd Handboek Openbare Ruimte betrekken bij de bespreking van de Raadsbrief Meerjaren Investeringsprogramma Openbare Ruimte. De agenderende fractie wil in het debat ingaan op de kwaliteitsniveaus van het beheer, en keuzes rondom materiaalgebruik in de openbare ruimte.