Gemeenteraad

Dit punt zal in het avonddeel behandeld worden

• 2019/M46 ‘Actuele Motie ‘Utrechtse en Nederlandse vlaggen in de raadszaal’, van het raadslid Van Deún (PVV) .
• 2019/M47: Actuele Motie ‘Pilot Landelijke Vreemdelingen Voorziening Utrecht’ van het raadslid Podt (D66) mede namens de raadsleden Streefland (CU), Dekkers (GL) en Van Heuven (PvdD).

Wethouder Diepeveen
Status: B
Indicatieve tijd: 30 min

De raadsleden Gertjan Te Hoonte (VVD) en Susanne Schilderman (D66) leggen aan de raad ter besluitvorming een initiatiefvoorstel voor waarmee zij willen bewerkstelligen dat er in Utrecht voldoende (rolstoel-) toegankelijke openbare toiletvoorzieningen komen. Binnen 500 meter van alle drukke plekken in de stad moet overdag en ’s avonds een openbaar en toegankelijk toilet beschikbaar zijn. De initiatiefnemers vragen de raad in te stemmen met het opstellen van een plan van aanpak vóór de voorjaarsnota 2020. De kosten voor dit plan van aanpak worden gedekt door herprioritering binnen de programma’s Openbare Ruimte en Groen, Stedelijke Ontwikkeling en Economie.

Beleidsveld: Openbare Ruimte - wethouder Diepeveen

Rekenkamer
Status: B
Indicatieve tijd: 90 min

De rekenkamer stelt de raad voor te besluiten om het college van burgemeester en wethouders te verzoeken:

1. De effectiviteit van het beleid voor werk en activering in samenwerking met de partners te analyseren.
   2A. Een kadernota Werk en activering op te stellen waarin de verbinding wordt gelegd met de huidige kenmerken van het bestand, de interne en externe dienstverlening en de actuele economische omstandigheden.
   2B. Te bezien of de huidige arrangementsindeling voldoende aansluit bij de huidige kenmerken van het bestand en het nieuwe werk- en activeringsbeleid en de juiste onderbouwing geeft bij de keuze van de in te zetten instrumenten.
   2C. De raad vroegtijdig te betrekken in het proces bij de totstandkoming van de nieuwe kadernota Werk en activering.
   3A. Het inzicht in kenmerken als gezondheid, werkervaring en leef- en inkomenssituatie te verbeteren zodat de aansluiting op het aanbod verbetert. Ook het inzicht in de taalvaardigheid dient verder verbeterd te worden.
   3B. Een intensievere aanpak van taalachterstanden te ontwikkelen ter bevordering van maatschappelijke participatie.
   4A. In de dienstverlening nadrukkelijker rekening te houden met de veranderde persoonlijke situatie en wensen van de uitkeringsgerechtigden.
   4B. De huidige omstandigheden te gebruiken om samen met werkgevers meer passende werkplekken te creëren.
   5A. De interne en externe samenwerking te intensiveren door het inzicht in elkaars rollen en taken te vergroten, en blijvend te investeren in bekendheid van elkaars aanbod.
   5B. De verschillende passende ondersteuningstrajecten gezamenlijk met de buurtteams en andere samenwerkingspartners verder uit te werken en als gemeente de regie te voeren over het totale traject.
2. De dienstverlening aan en communicatie met uitkeringsgerechtigden in de arrangementen 3 en 4 te verbeteren door de kennis van het personeel over veel voorkomende problematieken te vergroten en meer aandacht te hebben voor de persoonlijke situatie en individuele zorgvraag.
   7A. De informatievoorziening aan de raad – in combinatie met de nieuwe kadernota Werk en activering – opnieuw in te richten, zodat de informatie van WenI en MO goed op elkaar en op de beoogde prestaties en effecten van het nieuwe werk- en activeringsbeleid is afgestemd.
   7B. In samenspraak met de raad en samenwerkingspartners vast te stellen welke indicatoren nodig en realiseerbaar zijn om de effecten en prestaties van het nieuwe werk- en activeringsbeleid te kunnen beoordelen.
3. De raad binnen zes weken door middel van een plan van aanpak te informeren over de wijze waarop deze aanbevelingen worden uitgevoerd en over de voortgang daarin.

Wethouder Everhardt
Status: B
Indicatieve tijd: 90 min

Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten:
1 De modellen D en E van de modellenstudie Kop Amsterdamsestraatweg-Oude Daalstraat te kiezen als de modellen die de basis vormen voor de verdere planontwikkeling van deze locatie.