Commissie Ruimtelijke Ordening en Grondzaken

Deze punten worden alleen procedureel behandeld. De leden van de commissie bespreken of, op welke wijze en voor hoe lang zij deze raadsvoorstellen en onderwerpen willen bespreken. Na vaststelling van dit behandeladvies, wordt het stuk voor een volgende vergadering geagendeerd (Volgt 8 mei 2025).

(Volgt 8 mei 2025).

Ter vaststelling: 

• Conceptverslag commissie Ruimtelijke Ordening en Grondzaken 3 april 2025 (Volgt 8 mei 2025).

Ter vaststelling:

• Toezeggingen en motielijst commissie Ruimtelijke Ordening en Grondzaken 3 april 2025 (Volgt 8 mei 2025).
• Lijst aangenomen moties commissie Ruimtelijke Ordening en Grondzaken 3 april 2025 (Volgt 8 mei 2025).

Indien aanwezig: (Volgt 8 mei 2025).

Wethouder Voortman, Beleidsterrein: Grondzaken
Indicatieve behandeltijd: 120 minuten

Geagendeerd door: Anne Sasbrink (partij voor de Dieren), mede ingediend door Linda Bode (Volt), Gert Dijkstra (EenUtrecht), Gertjan te Hoonte (VVD), Yvonne Hessel (Utrecht Solidair), David Bosch (UtrechtNu!), Rick van der Zweth (PvdA), Joost Vasters (D66), Rik van der Graaf (ChristenUnie), Fred Claassen (GroenLinks), Hessel Stellinga (CDA) en Ruben Snijder( Student en Starter).

De agenderende fracties willen zowel het proces als de inhoud van het conceptvoorstel bespreken. Het proces om de herziening door te voeren heeft vertraging opgelopen. Dit roept vragen op naar de oorzaak van de vertraging en wat het college kan doen om ervoor te zorgen dat erfpachters niet langer in onzekerheid zitten over wat hen te wachten staat. Het conceptvoorstel (van oktober 2024) dat aan erfpachters is gepresenteerd zal voor veel erfpachters leiden tot hogere kosten en heeft tot onzekerheid geleid door de koppeling aan de actuele WOZ-waarden. De fracties willen bespreken hoe redelijk de inhoud van het conceptvoorstel is en of er alternatieven mogelijk zijn.
Tevens willen de fracties graag met het college in gesprek over hoe de vertraging effecten heeft op het reguliere begrotingsproces.

Wethouder: Eerenberg, Beleidsterrein: Ruimtelijke Projecten: Groot Merwede
Indicatieve behandeltijd: 90 minuten

De Moreelsebrug is een voetgangers- en fietsbrug die loopt van het Moreelsepark over de sporen naar de Croeselaan. De brug is in 2016 aangelegd. Er is bij de aanleg al rekening gehouden met het toevoegen van trappen naar de treinperrons, maar deze trappen zijn tot nu toe niet gerealiseerd.

Het college stelt de raad voor akkoord te gaan met het realiseren van zes trappen naar de treinperrons, inclusief bijbehorende voorzieningen. Op deze manier wordt station Utrecht Centraal nog beter bereikbaar De verwachting is dat op termijn 20.000 tot 25.000 treinreizigers dagelijks hiervan gebruik kunnen maken.

Raadsbesluit is volgens het college gewenst, omdat de kaders voor deze aansluiting van de brug niet waren meegenomen in eerdere kaderstelling over de ontwikkeling van het stationsgebied.

In vervolg zal ook een aanpassing van het Omgevingsplan plaatsvinden, in de vorm van een afwijkingsprocedure of aanvraag omgevingsvergunning voor een Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit (BOPA).

Wethouder: Eerenberg, Beleidsterrein: Ruimtelijke Ordening
Indicatieve behandeltijd: 150 minuten

Vanaf september dit jaar komt de parkeergarage Paardenveld weer in het bezit van de gemeente. Eerder was het gebouw in erfpacht uitgegeven ten behoeve van de exploitatie van voornamelijk een parkeergarage. Een definitieve toekomst voor de locatie laat volgens het college nog 10 jaar op zich wachten.

In eerdere moties heeft de gemeenteraad het college gevraagd meerdere scenario’s voor de (tijdelijke) invulling van het gebouw en de locatie uit te werken en daarbij ook te kijken naar creatieve broedplaatsen en maatschappelijke functies.

Het college legt de raad drie scenario’s voor en stelt de raad voor te kiezen voor het scenario waarbij voor maximaal 10 jaar het dak van het gebouw openbaar toegankelijk wordt, daaronder een combinatie van een culturele broedplaats, handhaving van 190 parkeerplaatsen (was 390) en het behoud van de huidige huurders. Verder stelt het college voor een hub voor duurzame stadslogistiek en/ of een kleinschalige locatie (maximaal 15 werkplekken) voor een sekswerkbedrijf in het gebouw uit te werken.

Tot slot stelt het college voor een deel van het positief resultaat van de deze tijdelijke exploitatie te gebruiken voor plankosten, uiteindelijke sloop en bouwrijp maken van de locatie.