Commissie Stad en Ruimte

Het intrekken van de Verordening bodembescherming Utrecht (de Verordening) leidt tot:

• deregulering en lastenvermindering. Projecten kunnen sneller en met minder administratieve lasten doorgang vinden door middel van de (korte) voorbereidingsprocedure van afdeling 4.1 Algemene wet bestuursrecht, terwijl de rechtsbescherming van belanghebbenden gegarandeerd blijft;
• duidelijkheid. Door veranderde wet- en regelgeving is de huidige Verordening sterk verouderd (stamt uit 1994) waardoor deze onvolledig is, naar niet meer relevante wetgeving verwijst of gebaseerd is op oude wetsartikelen.
  Door de Verordening in te trekken wordt de (korte) voorbereidingsprocedure van afdeling 4.1 Algemene wet bestuursrecht automatisch van kracht bij besluiten op grond van de Wet bodembescherming (Wbb) tenzij expliciet in deze wet is aangegeven dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is, zoals bij gebiedsgericht grondwaterbeheer.
  De belangen van derden en de bescherming van de bodem zijn vastgelegd in wetten (Wbb, Awb en andere verwante wetten), andere gemeentelijke verordeningen, beleidsregels, werkprocessen en de mandaatregeling (zie het voorstel addendum Mandaatregister hieronder). Dit maakt een verordening bodembescherming niet noodzakelijk. Ook heeft de rechter expliciet in twee uitspraken over besluiten inzake bodemsaneringsplannen aangegeven dat deze getoetst worden aan de wet en niet aan de Verordening.

De CDA-fractie is teleurgesteld over dit jaarplan, omdat het vooral veel van hetzelfde belooft. Er lijkt weinig kritische reflectie op wat er de afgelopen jaren misging. Het CDA wil graag met de andere fracties en de wethouder spreken over een aantal thema's:
(1) de indicatoren
(2) De koppeling tussen middelen en doelen.
(3) Duurzaam inkopen - de CDA-fractie is benieuwd naar de inzet van het 'duurzaam ambitieweb'. Hoe verhoudt het ambitieweb tot de opdracht om de inkooptaakstelling te realiseren? Bovendien is het CDA benieuwd hoe dit nieuwe beleid toegankelijk blijft voor kleine ondernemers, die misschien niet alle informatie beschikbaar hebben die het college gaat vragen of daar kosten voor moeten maken (zie ook de zorgen geuit in SV 2011/18). Later in 2011 kondigde het college ook in een commissiebrief ook al een andere aanpak van duurzaam inkopen aan. De CDA-fractie heeft vragen over de evaluatie cq ervaringen daarvan, voordat weer nieuwe elementen worden ingebracht.
(4) Opwekking. Het college beperkt zich in 2015 tot zonnepanelen. Het CDA wil graag een toelichting daarop, mede in het licht van Motie 2011/18 en de recente plannen mbt Lage Weide in de provinciale structuurvisie.
(5) Financiën. Het college stelt voor om komend jaar €3 miljoen te besteden, waarvan ruim 10% aan planvorming voor de periode daarna. Daarmee wordt nog niet eens het hele budget in de begroting besteed, laat staan de overschotten van eerdere jaren.
Het is ook niet duidelijk in hoeverre de - door het vorige college - in een externe stichting geparkeerde gelden daadwerkelijk ingezet worden. Wij maken ons daarom zorgen over de inzichtelijkheid van de budgetten en geleverde prestaties.

Geagendeerd door CDA-fractie (motivering volgt): Het college wil dit stadsgesprek samen met de raad organiseren. Het stadsgesprek op deze wijze is een novum, zowel voor de raad als het college. Het college wil deze nieuwe manier van werken samen met de raad aangaan. Dat betekent onder meer dat het college de werkwijze en de vraag aan de deelnemers graag gezamenlijk wil vaststellen. Bovendien wil het college afspreken hoe met de uitkomsten van het stadsgesprek wordt omgegaan.

Geagendeerd door: R. Post (PvdA)
De PvdA wil van het college weten op welke wijze het proces wordt hervat, hoe bewoners(groepen), zoals DROOM hierbij betrokken worden en welke afspraken met de provincie hierover worden gemaakt. Ook wil de PvdA hoe de ambitie om het wensscenario te realiseren (alle kruispunten verdiept) wordt nagestreefd.

Geagendeerd door: S. Menke (Student & Starter): Student & Starter kan zich vinden in de voorgenomen maatregelen gezien het uitblijven van voldoende resultaten na eerdere pogingen. Vooral het ontwikkelen van de Drift tot een 'verblijfs - en ontmoetingsruimte' is een gewenste ontwikkeling. Om die doelstelling goed te laten slagen is evenwel een gelijktijdig ingevoerde autovrije (voor niet-bestemmingsverkeer) Drift een vereiste. Het benoemde onderzoek om dit op langere termijn mogelijk te maken duidt volgens Student & Starter op onvoldoende daadkracht en zekerheid op dit vlak. De fractie gaat hier graag het debat over aan met de wethouder en de andere fracties.

Wethouder Everhardt en de leden van de commissie M&S worden voor de behandeling van dit agendapunt uitgenodigd
Utrecht wil de komende tijd op alle fronten meer banen mogelijk maken. We werken in
samenspraak met ondernemers en andere partners in de stad aan de versterking van het economisch vestigingsklimaat van stad en regio. Onze belangrijkste opgave is dat meer mensen aan het werk komen. Door de crisis is het economisch landschap aantoonbaar veranderd. De afgelopen jaren lijdt de regionale economie meer dan evenredig onder de crisis. De werkloosheid is opgelopen en het aantal banen is afgenomen. Dit terwijl de bevolkingsomvang juist is toegenomen. In het coalitieakkoord “Utrecht maken we samen” heeft het college 8 miljoen Euro beschikbaar gesteld voor een Lokaal Economisch Fonds (LEF). Het fonds is bedoeld voor het aanjagen van de economie en voor het stimuleren van (structurele) werkgelegenheid in de vorm van banen (1.750), stage- en leerwerkplekken (500), zowel bij start ups als bij op groeigerichte bestaande bedrijven. Een aanmerkelijk deel van de beoogde banen, stage- en leerwerkplekken dient geschikt te zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de bijgevoegde notitie “Architectuur Lokaal Economisch Fonds” is het kader vastgelegd voor de invulling van het LEF. Alle in het coalitieakkoord genoemde vereisten (passend binnen de Economische Agenda Utrecht 2012– 2018, cofinanciering, meetbaarheid, Utrecht als focus) zijn als criteria in dit kader opgenomen.

Geagendeerd door: F.M. Arissen (PvdD)
In de 3e kwartaalrapportage Tour de France Utrecht 2015 staat omschreven dat het uitdragen van ‘het verhaal van de stad’ essentieel is bij de organisatie van de Grand Départ. Daarbij denkt de Partij voor de Dieren vooral aan ‘fietsstad Utrecht’ waar duurzaamheid hoog in het vaandel staat. In de kwartaalrapportage wordt echter met geen woord gerept over duurzaamheid. Krijgen (internationale) bezoekers van de Grand Départ ook een duurzaam en milieuvriendelijk Utrecht te zien? De Partij voor de Dieren gaat in de commissie Stad en Ruimte graag met andere fracties en de wethouder in gesprek over de mogelijkheden om het evenement rondom de Tour de France Utrecht 2015 zo duurzaam mogelijk of zelfs CO2-neutraal te maken.