Commissie Stad en Ruimte

De herontwikkeling van het Jaarbeursgebied en het Westplein kennen beide een lange tijd van voorbereiding. In mei 2013 is een belangrijke doorbraak bereikt en heeft de Jaarbeurs een nieuwe bedrijfskoers bepaald. Op basis hiervan is een nieuw afsprakenkader tussen Jaarbeurs en de Gemeente gemaakt met als belangrijkste onderdelen:
a. de oost-west omklap inclusief de verplaatsing van het Jaarbeurs parkeren van P3 naar de overzijde Merwedekanaal,
b. uitwerking van ontsluiting van het expeditieverkeer voor de Jaarbeurs over Jaarbeursterrein via een nieuw aan te leggen brug over het Merwedekanaal, waarbij de gemeente 50% van de aanlegkosten voor zijn rekening neemt;
c. het ontwikkelen door de Jaarbeurs van een “transferiumfunctie” aan de overzijde
Merwedekanaal ;
d. de ontwikkeling van de Kop Jaarbeurs door de gemeente (plots Casino en Hotel).
Bij de start van het planproces van de structuurvisie fase 2 in 2013 stonden de volgende elementen centraal:
1.het Jaarbeursparkeren verplaatsen naar de overzijde van het Merwedekanaal en in dat gebied een binnenstedelijk transferium ontwikkelen,
2.een snelle en aantrekkelijke voetgangersverbinding tussen het transferium en de OVT als ook een goede verbindingen met OV,
3.door de verminderde verkeersbelasting volstaan met 2x1 wegprofielen op de Van Zijstweg en Westplein met een duurzame en financieel haalbare maaiveld variant.
4.verminderen van hoeveelheid distributieverkeer door duurzamere invullingen.
Bovenstaand perspectief is de uitnodiging geweest aan alle betrokken stakeholders om te participeren bij het maken van een aanzet tot fase 2 van de planvorming. De infrastructurele vraagstukken vormen de verbindende keuzen tussen het Jaarbeursgebied en het Westplein. Op en rond het Westplein speelt de variantenkeuze voor de hoofdinfrastructuur, in het Jaarbeursgebied is het de relatie met de Van Zijstweg en inpassing van het Jaarbeursparkeren

In de Economische Agenda 2012-2018 is vastgelegd dat de gemeente streeft naar het verwezenlijken en behouden van Utrecht als attractieve stad voor inwoners, bedrijven, organisaties en (zelfstandig) ondernemers. Het toeristisch beleid van de gemeente Utrecht maakt hiervan integraal onderdeel uit en is geformuleerd als opgave om internationale gastvrijheid te bevorderen. In het recent geactualiseerde hotelbeleid faciliteert de gemeente in 10 jaar tijd 1.000 nieuwe hotelkamers en stimuleren we meer diversiteit in hotelconcepten. De beoogde groei van hotelkamers betekent een stimulans voor de toeristische ontwikkeling van Utrecht in de komende jaren. Daarnaast is in het Coalitieakkoord 2014-2018 de ambitie vastgelegd om toeristische marketing en promotie te koppelen aan citymarketing. De raad heeft in 2012 (d.d. 22 maart 2012/A13 Stadspromotie als drager van het economisch beleid) het college opgedragen om stadspromotie meer in handen te leggen van de stichtingen die gemeente, bedrijven, culturele en wetenschappelijke instellingen bij elkaar brengen. Hierbij was de inzet om meer toeristische bezoekers en bestedingen te genereren. Om uitvoering te kunnen geven aan de hierboven geschetste kaders, is een nadere beleidsuitwerking voor toerisme opgesteld. Dit Perspectief Toerisme 2020 ‘Live like a local’ van de gemeente geeft een doorkijk naar de belangrijkste ontwikkelingen in de toeristische markt voor de komende jaren tot en met 2020 en hoe we hierop als gemeente Utrecht met onze partners willen inspelen.

De ontwikkeling van een nieuw hart voor De Meern kent een lange geschiedenis. In 2006 heeft de gemeente de planvisie Centrumplan De Meern opgesteld, met daarin een nieuw winkelcentrum ten noordwesten van de Meernbrug. Het bestaande winkelcentrum op het Mereveldplein zou op termijn verdwijnen. Op 5 juli 2012 heeft de gemeenteraad besloten om af te zien van een nieuw winkelcentrum in het hart van De Meern. Mereveldplein blijft het primaire winkelcentrum voor De Meern. In januari 2015 is gestart met de werkzaamheden aan het Mereveldplein.

De hoofddoelstelling van het bestemmingsplan is het actualiseren van het nu geldende bestemmingsplan De Woerd uit 2005.Het bestemmingsplan De Woerd uit 2005 vormde de grondslag voor de realisatie van ruim 550 nieuwe woningen. Nu de woningen gerealiseerd zijn, ontstaat vanuit het beheer de behoefte aan een meer gedetailleerde regeling. De actualisatie van het bestemmingsplan richt zich dan ook op het beheer van de bestaande situatie en het vastleggen van de functionele en ruimtelijke structuur. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in het plangebied.

Op 27 januari 2015 heeft het college ingestemd met het raadsvoorstel "SPvE Herontwikkeling De Gaard en omgeving" (kenmerk 14.504276). Naar aanleiding van de Raadsinformatieavond op 3 maart j.l. over de herontwikkeling van winkelcentrum de Gaard, gevolgd door de behandeling in de Raadscommissie S&R op 10 maart en
het werkbezoek van de commissie aan De Gaard op 24 maart, is er op 8 april 2015 een extra bijeenkomst, in de vorm van tafelgesprekken, georganiseerd met bewoners om te komen tot voorstellen voor planoptimalisatie. Deze planoptimalisatie is nader uitgewerkt in een brief aan de commissie en het
aangepaste inrichtingsplan. Deze aanpassingen dienen te worden gezien als een wijziging op het raadsvoorstel "SPvE Herontwikkeling De Gaard en omgeving".

Het krachtwijkenbudget wordt sinds de start van het programma geprogrammeerd in de wijkactieprogramma’s die in nauwe samenwerking met bewoners, ondernemers, corporaties en anders partners uit de wijken tot stand komen. Naar aanleiding van motie 144 die bij de behandeling van de programmabegroting 2015 door de raad werd aangenomen, wordt de besteding in 2016 en 2017 van nog niet belegde krachtwijkgelden ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Als de raad instemt met de voorgestelde programmering, wordt deze verwerkt in de wijkactieprogramma’s 2016 en 2017 van Overvecht, Zuidwest en Noordwest.

Per 1 januari 2015 is de nieuwe Huisvestingswet ingegaan. Deze wet stelt regels aan het toewijzen van huurwoningen. Op grond van deze wet moet de gemeente een nieuwe huisvestingsverordening (bijlage 1) vaststellen die op uiterlijk 1 juli 2015 in werking treedt. De nieuwe wet gaat uit van vrijheid van vestiging, er mogen alleen regels voor toewijzing worden opgesteld als er sprake is van schaarste. Uit een regionaal onderzoek is gebleken is dat deze schaarste er is. Doel van de regelgeving is om de schaarse woonruimte zo eerlijk en rechtvaardig mogelijk te verdelen. Op basis van de nieuwe wet is het uitsluiten van groepen woningzoekenden niet meer toegestaan. Wel is het mogelijk dat gewerkt wordt met voorrangsregels. Regels bij toewijzing van koopwoningen (nieuwbouw en bestaand) zijn vervallen. Hier geldt dus vrije vestiging. Nieuw is dat mantelzorgontvangers en -verleners voorrang kunnen krijgen op een sociale huurwoning middels een urgentie. Verder is het uitgangspunt om het huidige systeem zoveel mogelijk intact te laten.