Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

Gemeenteraad

donderdag 13 november 2025

10:00 - 23:00
Locatie

Stadhuis Raadszaal, Stadhuisbrug 1

Voorzitter
Sharon A.M. Dijksma
Toelichting

De voorzitter van de gemeenteraad roept de gemeenteraad bijeen voor:
Programmabegroting 2026


10.00: eerste termijn raad
middag (2 uur na afronding eerste termijn raad): eerste termijn college
20.00: tweede termijn raad & college, stemmingen over voorstellen

Agenda documenten

Agendapunten

  1. 1
    Opening
  2. 2
    Vaststellen agenda
  3. 4
    Ingekomen stukken
  4. 5

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:


    1. De programma's vast te stellen waarin is opgenomen:
    a. de doelstellingen en de beoogde maatschappelijke effecten uitgedrukt in indicatoren
    b. de baten en lasten van de programma’s:
    De baten en lasten van de programma's:

    Baten Lasten
    Betrouwbare overheid 9.184.830 63.109.657
    Ontwikkelen en wonen voor iedereen 186.337.986 202.232.016
    Klimaatvriendelijke stad 9.230.150 22.205.018
    Duurzame bereikbaarheid 115.134.345 88.343.875
    Aantrekkelijke, groene leefomgeving en erfgoed 151.054.328 258.638.239
    Veilige stad 1.884.797 72.715.291
    Passende ondersteuning en opvang 7.137.765 262.039.671
    Algemene middelen en overhead 1.343.439.559 257.393.989

    De baten en lasten van de clusters

    Baten Lasten
    Werk, toekomstige economie en bestaanszekerheid 175.448.093 324.302.172
    Cluster Economie en werkgelegenheid 914.637 31.131.671
    Cluster Werk en inkomen 174.533.456 293.170.501
    Kansrijk opgroeien 17.894.750 281.648.664
    Cluster Jeugd 1.200.000 149.025.004
    Cluster Onderwijs 16.694.750 132.623.660
    Levendige en gezonde stad 66.546.743 261.738.010
    Cluster Cultuur 0 69.932.427
    Cluster Samenleven en sport 28.256.297 123.611.425
    Cluster Vastgoed 33.432.802 29.836.835
    Cluster Volksgezondheid 4.857.644 38.357.323

    2. De paragrafen vast te stellen waarin de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de lokale heffingen zijn vastgelegd.
    3. Het geactualiseerde financieel beeld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2025 vast te stellen, zoals verwerkt in de Programmabegroting 2026;
    a. Bijstelling inkomsten uit het gemeentefonds n.a.v. publicatie van de meicirculaire 2025 voor een bedrag van 16 miljoen euro (voordeel) in 2026, aflopend naar een structureel voordeel van 1,8 miljoen euro.
    b. Het ramen van een eigen bijdrage voor jeugd vanaf 2028 van structureel € 4,4 miljoen (voordeel)
    c. Het verwerken van een aantal indexeringsposten van per saldo € 1,8 miljoen nadeel (bestaande uit extra lasten voor de onregelmatigheidstoeslag (€ 1,4 miljoen nadeel); indexering riolering (€ 5 miljoen nadeel) en vrijval stelpost indexering (€ 4,6 miljoen voordeel)
    d. Structureel ophogen van de onderhoudsvoorzieningen vastgoed, sport en mobiliteit (€ 3,8 miljoen structureel, nadeel)
    e. Incidentele ophoging van het buigbudget bij Werk en Inkomen van € 7 miljoen in 2026 en € 5 miljoen in 2027 (nadeel)
    f. Bijstellen van het budget voor evenementenleges met € 630.000 (nadeel), beschikbaar stellen van budget voor de uitvoering van de nota WAAVA (€ 650.000 nadeel) en € 175.000 (nadeel) uit te trekken voor het Zwarteplein
    g. Versterking van het eigen vermogen door toevoeging van het begrotingssaldo aan de Algemene dekkingsreserve, € 1,9 miljoen in 2026 en € 6 miljoen in 2027, het onttrekken van € 1,0 miljoen in 2028 en het toevoegen van € 0,6 miljoen in 2029 en volgende jaren.
    4. De investeringskredieten 2026 (vervangings-, uitbreidings- en routine investeringen) vrij te geven van in totaal € 279,047 miljoen.
    5. De toevoegingen en onttrekkingen aan reserves van per saldo € 11,1 miljoen onttrekkingen voor het jaar 2026, bestaande uit toevoegingen aan reserves van € 82,9 miljoen en onttrekkingen aan reserves van € 94 miljoen, vast te stellen.

  5. 6

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Tweede Bestuursrapportage 2025 vast te stellen, waarmee de Programmabegroting 2025 wordt gewijzigd voor:
    a. De majeure bijstellingen van 12,194 miljoen euro nadelig zoals toegelicht in hoofdstuk 1;
    b. De bijstellingsvoorstellen voor de baten en lasten van de verschillende programma's inclusief de bijbehorende reservemutaties zoals toegelicht in hoofdstuk 2;
    c. De bijstellingsvoorstellen voor de investeringsprojecten zoals toegelicht in hoofdstuk 2.7. De investeringskredieten worden verhoogd met 27,507 miljoen euro;
    d. De besteding resultaatbestemming wordt verlaagd met 0,286 miljoen euro zoals toegelicht in hoofdstuk 3.3;
    e. De doorverdeling van de corresponderende posten uit de meicirculaire 2025 van per saldo 12,9 miljoen euro zoals toegelicht in hoofdstuk 4.
    f. De Tweede Technische wijzigingen 2025 zoals opgenomen in bijlage 6.
    g. De effectindicator ‘Aantal huishouden dat inkomensondersteuning ontvangt volgens de Participatiewet’ aanpassen van 9.400 naar 9.950, zoals toegelicht in bijlage 5.
    2. Reserves te wijzigen en nieuwe reserves in te stellen (Hoofdstuk 5)
    a. Instellen reserve Creatieve Huisvesting;
    b. Instellen reserve Implementatie Omgevingswet met systeembesluit voor onttrekken en storten;
    c. Instellen reserve Impuls Meerdaags Bezoek;
    d. Aanpassen looptijd reserve Gebruikersinvesteringen culturele voorziening Leidsche Rijn;
    e. Aanpassen looptijd reserve Utrechts Restauratiefonds (URF);
    f. Aanpassen looptijd reserve Regionale Ontwikkelmaatschappij (ROM);
    g. Aanpassen looptijd reserve Ontwikkelmaatschappij Utrecht (OMU);
    h. Aanpassen looptijd reserve Woonfonds;
    i. Aanpassen looptijd reserve Toegankelijk Vastgoed;
    j. Aanpassen looptijd reserve Vervangen zwembaden;
    k. Aanpassen reikwijdte reserve investeringsimpuls RSU;
    l. Instellen systeembesluit voor onttrekking aan en storting in de reserve Investeringsimpuls RSU;
    m. Instellen systeembesluit voor onttrekken aan de reserve Betaalbaar wonen en woningbouwprojecten.
    3. De verantwoordingsgrens voor de rechtmatigheidsverantwoording vanaf het verslagjaar 2025 vast te stellen op 2% van de totale lasten (exclusief de toevoegingen in de reserves) voor fouten en onduidelijkheden, waarbij dit percentage geldt voor fouten en onduidelijkheden gezamenlijk.

  6. 7

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De verordening van de afvalstoffenheffing 2026 vast te stellen, waarin de tarieven met de inflatie van 10,6% worden verhoogd tot:
    - € 346,25 voor eenpersoonshuishouden;
    - € 443,30 voor tweepersoonshuishouden;
    - € 527,80 voor driepersoonshuishouden; en
    - € 600,05 voor een vierpersoonshuishouden of meer.

  7. 8

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De verordening van de begraafplaatsrechten 2026 vast te stellen, met daarin de volgende aanpassingen:
    a. Aanpassing van de tarieven met de jaarlijkse berekende inflatie conform de nota Lokale heffingen (2,2%);
    b. Verhoging van de tarieven met 2,0% naast de inflatie, om tot verdere kostendekkendheid te komen, zoals besloten in de voorjaarsnota 2024;
    c. Uitbreiding van de tarieventabel begraafplaatsen met de tarieven 23 en 24 ten behoeve van natuurlijke graven op de algemene Utrechtse begraafplaatsen;
    d. Juridisch technische en/of redactionele wijzigingen zonder dat een inhoudelijke wijziging wordt aangebracht.

  8. 9

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Verordening brug-, schut- en havengelden gemeente Utrecht 2026 vast te stellen, met daarin de volgende aanpassingen:
    a. Aanpassing van de tarieven met de jaarlijkse berekende inflatie conform de nota Lokale heffingen (2,2%);
    b. de tarieven, naast de inflatie, conform de Voorjaarsnota 2024 te verhogen met 2,5%;
    c. om invulling te geven aan de amendementen 2024/93 Versterking van vrouwen in Utrechtse wijken, 2024/125 Behoud inzet PrEP & Soa en Skatepark Utrecht en 2024/131 Behoud Pretty Woman
    - de tarieven voor het innemen van een ligplaats met een emissievrij recreatievaartuig en met een verhuurboot, naast inflatie en verhoging conform Voorjaarsnota, verder te verhogen;
    - passagiersschepen en rondvaartboten havengeld in rekening te brengen voor het innemen van een ligplaats;
    - analoog aan passagiersschepen, ook rondvaartboten en verhuurboten met een vergunning havengeld in rekening te brengen voor exploitatie van het vaartuig;
    d. de beperking dat vrachtschepen bij betaling van het havengeld (weektarief) gedurende die week de grenzen van de gemeente Utrecht niet mogen passeren zonder in dat geval opnieuw havengeld verschuldigd te zijn (‘per reis’-bepaling), te schrappen;
    e. conform de beleidsnota Stadswater uitsluitend door spierkracht voortbewogen vaartuigen met een maximale lengte van zes meter vrijstelling te verlenen van het betalen van schutgeld;
    f. inhoudelijk tekstuele, juridisch technische en redactionele wijzigingen aan te brengen.

  9. 10

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De verordening van de hondenbelasting 2026 vast te stellen, waarin het tarief wordt aangepast met de jaarlijkse berekende inflatie conform de nota Lokale heffingen (2,2%).

  10. 11

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Verordening leges 2026 vast te stellen, met daarin de volgende aanpassingen:
    a. Aanpassing van de tarieven met de jaarlijkse berekende inflatie conform de nota Lokale heffingen (2,2%), met uitzondering van tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt, alsmede de tarieven voor huwelijksleges en horeca die worden verhoogd conform de besluitvorming bij de Voorjaarsnota 2024 (zie paragraaf 4.5 Opbrengstverhoging A. Kostendekkendheid leges).
    b. Paragraaf 3, Programma Duurzame bereikbaarheid – artikel 1.1: aan te passen naar een tarief per dag, waarmee het beter aansluit op de praktijk en te veralgemeniseren, zodat ook andere ontheffing op basis van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de Regeling voertuigen en de Beleidsregels verkeersontheffingen gemeente Utrecht hier onder vallen.
    c. Paragraaf 4, Programma Aantrekkelijke, groene leefomgeving en erfgoed – tarieven voor kabels en leidingen en voor inname openbare grond: te verhogen met respectievelijk 11% en 9% boven op de berekende inflatie van 2,2%.
    d. Paragraaf 4, Programma Aantrekkelijke, groene leefomgeving en erfgoed – artikel 16, lid f (nieuw): een tarief toe te voegen voor een ontheffing voor dierenambulances voor de nul- emissiezone.
    e. Paragraaf 5, Veilige stad: de nieuwe definities voor sekswerk uit APV in de legesverordening te verwerken.
    f. Paragraaf 5, Veilige stad – artikel 17: een tarief toe te voegen voor het aanvragen een vergunning voor een darkroom.
    g. Paragraaf 6, Ontwikkelen en wonen voor iedereen – artikel 15 (nieuw; oud artikel 17): het tarief voor de aanvraag en verlenging van een vergunning tijdelijke verhuur kostendekkend te maken.
    h. Paragraaf 6, Ontwikkelen en wonen voor iedereen – artikel 16 (huidig): te laten vervallen, omdat teruggave van leges niet van toepassing blijkt te zijn op artikelen 15 t/m 19 (nieuw).
    i. Paragraaf 6, Ontwikkelen en wonen voor iedereen – artikelen 16 t/m 18 (nieuw): toe te voegen voor leges betreffende volkshuisvestelijke diensten (aanvraag en verlenging urgentie, aanvraag woonvormindicatie en aanvraag voorrang vitale beroepen).
    j. Paragraaf 6, Ontwikkelen en wonen voor iedereen – artikel 19 (nieuw; oud artikel 15): het tarief voor de huisvestingsvergunning betaalbare nieuwbouw koop kostendekkend te maken.
    k. Juridisch-technische en/of redactionele wijzigingen aan te brengen, voor zover daarbij geen inhoudelijke wijzigingen plaatsvinden.

  11. 12

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Verordening leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2026 vast te stellen, met daarin de volgende aanpassingen ten opzichte van de huidige verordening:
    a. Paragraaf 2.1, Algemene bepalingen – artikel 2.1 lid 5: het toevoegen van de definities investeringskosten, omgevingsoverleg, omgevingsoverleg “Veel voorkomend”, omgevingsoverleg “Project”, screeningtafel en omgevingstafel.
    b. Paragraaf 2.2, Voorfase – Artikel 2.4: het toevoegen van vaste tarieven voor een omgevingsoverleg “Veel voorkomend” en omgevingsoverleg “Project”.
    c. Paragraaf 2.3, Activiteiten met betrekking tot bouwwerken – artikel 2.5 en 2.6: de artikelen zodanig aan te passen dat deze weer in lijn worden gebracht met de systematiek en tariefstelling van de voorgaande jaren, ter stimulering van meervoudige vragen en het beter kunnen uitvoeren van de integraliteitstoets.
    d. Paragraaf 2.6, Overige activiteiten – artikel 2.18a: het toevoegen van een tarief voor het beheren van tijdelijke natuur, botanische tuinen en bosplantsoenen.
    e. Paragraaf 2.9, Overige tarieven – artikel 2.27a: het toevoegen van een tarief voor het afwijzen van een activiteit.
    f. Paragraaf 2.11, Vermindering – artikel 27 lid c: het toevoegen van een verminderingsregeling bij een meervoudige aanvraag.
    g. Paragraaf 2.11 Vermindering – Artikel 2.40 lid c: het toevoegen van een plafond van vermindering bij een aanvraag die buiten behandeling wordt gelaten.
    h. Paragraaf 2.11, Vermindering – Artikel 2.42 lid c: het toevoegen van een tarief voor het gehele of gedeeltelijk intrekken van de aanvraag voordat de aanvraag in behandeling is genomen.

  12. 13

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De verordening van de marktgelden 2026 vast te stellen, met daarin de volgende aanpassingen:
    a. Aanpassing van de tarieven met de jaarlijkse berekende inflatie conform de nota Lokale heffingen (2,2%) en kostendekkendheid;
    b. Juridisch technische en/of redactionele wijzigingen zonder dat een inhoudelijke wijziging wordt aangebracht.

  13. 14

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Verordening parkeerbelastingen 2026 vast te stellen, met daarin:
    a. Aanpassing van de tarieven voor bezoekers (kort parkeren) in gebieden A1, A2, BC en de daaraan gerelateerde vergunningen met het indexeringspercentage van 2,2% per 1 januari 2026.
    b. Vaststelling van de kosten voor de naheffingsaanslag.
    c. Toevoeging van een 'parkeervergunning maatschappelijk’ met een tarief gelijk aan 50% van de 1e parkeervergunning bedrijf.
    d. Juridisch-technische en/of redactionele wijzigingen aan te brengen, voor zover daarbij geen inhoudelijke wijzigingen plaatsvinden.

  14. 15

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Verordening precariobelasting 2026 vast te stellen, met daarin de volgende aanpassingen:
    a. Aanpassing van de tarieven met de jaarlijkse berekende inflatie conform de nota Lokale heffingen (2,2%);
    b. Juridisch technische en/of redactionele wijzigingen zonder dat een inhoudelijke wijziging wordt aangebracht.

  15. 16

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Verordening rioolheffing 2026 vast te stellen, waarin het tarief conform het Programma Water en Riolering 2026-2030 met 2,7% wordt verlaagd ten opzichte van 2025.

  16. 17

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor te besluiten:
    1. De Verordening toeristenbelasting 2026 vast te stellen, waarin het tarief wordt gewijzigd van 8,5% naar 10% van de overnachtingsprijs.